Dik Kok
Reacties BOEK MYTHES Vragen & Antwoorden boeken

BESTELLEN

VRAGEN & ANTWOORDEN

REACTIES

MYTHES

GRATIS BOEKEN

Gratis Boeken
Contact : mail@911deanderewaarheid.nl

REACTIE 2 : Stichting Skepsis

 

Onderstaand de complete reactie van de Stichting Skepsis op het boek ´MYTHES`12 September 2021:

 

Beste meneer Smits,

Onlangs stuurde u ons een ´proefdruk´ van het boek Mythes toe. Bij het doorsturen van dat pakket naar mijn privéadres is er helaas waarschijnlijk iets misgegaan bij de post. Het boek is niet aangekomen, en nu, bijna 10 dagen later, verwacht ik ook niet meer dat dat gebeurt. Wel heb ik kennis genomen van het begeleidend schrijven, dat degene die voor doorsturing zorg droeg, al had gescand en gemaild. Uit die brief maak ik op dat het uw bedoeling was ons, Stichting Skepsis, in de gelegenheid te stellen om op het boek te reageren zodat die reactie meegenomen kan worden in de definitieve versie van het boek. Hoewel ik persoonlijk enigszins nieuwsgierig ben naar het boek, zie ik het niet tot onze taak behoren om voor publicatie een uitgebreide reactie te geven.

Op basis van wat er op uw website over het boek te vinden is, maak ik op dat u in ieder geval wat het dossier 9/11 betreft, al heel wat kunt vinden op skeptische sites die uw stellingnames onderuit halen. Ik wijs bijvoorbeeld op het onderschrift bij een foto dat er  een "cruise-missile" bij Shanksville terecht zou zijn gekomen, of dat je aan de kleur van een gloeiende stroom metaal zou kunnen afleiden om welk specifiek metaal het zou gaan. Dit zijn mijns inziens nogal oude complotkoeien die u hier weer uit de sloot trekt. 'Verstoffing' van metalen kolommen is ook volstrekt niet aan de orde.
Enfin, voor een overzicht wat ik zelf over complottheorieën rondom 9/11 heb geschreven, kunt u de links onderaan 
https://www.skepsis.nl/blog/2021/09/20-jaar-9-11/ volgen.

Het boek gaat blijkbaar ook nog over mythes rondom corona. Het lijkt me verstandig als voor dat dossier de uitgebreide serie van Frank Visser leest die die mijns inziens het meest compleet en toegankelijk heeft beschreven, zie 
https://www.integralworld.net/visser192.html (een Nederlandse samenvatting van de eerste vijf delen verscheen in Skepter: https://skepsis.nl/virusontkenners/ )

Enigszins terzijde: op de cover van uw boek prijkt het kunstwerk 'Tar Baby vs. St. Sebastian'. Michael Richards, de kunstenaar die het maakte, kwam weliswaar om bij de aanslagen op de Twin Towers, maar dit werk stamt al uit 1999 en heeft volstrekt niets te maken met terrorisme. Mijns inziens derhalve nogal een merkwaardige keuze.

Concrete vragen over een van de onderwerpen kunt u altijd stellen, hoewel ik niet kan garanderen dat ik op alles zal antwoorden. Zeker met 9/11 is het in mijn ervaring meestal weinig nieuws, maar kan het soms nog best veel tijd kosten om terug te vinden hoe een complotflodder die zeg in 2006 nog wat stof deed opdwarrelen indertijd debunked werd aangezien websites uit die tijd nogal eens niet meer blijken te bestaan en/of slecht gearchiveerd zijn.

Met vriendelijke groet,

Pepijn van Erp
Stichting Skepsis

 

Reactie Stichting Skepsis op mijn interview bij Cafe Weltschmerz 05 Oktober 2021:

 

Beste meneer Smits,

 

Via Twitter werd ik door Coen Vermeeren gewezen op uw gesprek bij Café Weltschmerz (https://www.youtube.com/watch?v=sKr2uMVs4lc

 

Op 7:45 vertelt u dat tijdens het gesprek dat George van Houts had in de talkshow Pauw, Jeroen Pauw naar mij verwees, en dat hij zou hebben gezegd dat ik de foto (van een neergestort Rusissche toestel dat even eerder op de achtergrond zichtbaar was) zou hebben aangeleverd. Hoe komt u hierbij? Ten eerste is het gewoon onzin, ik heb geen enkel contact gehad met de redactie van Pauw. Ten tweede zegt Jeroen Pauw zoiets ook helemaal niet tijdens het gesprek.

U kunt mijn gespreksverslag teruglezen op https://kloptdatwel.nl/2018/04/05/george-van-houts-bij-pauw-met-zijn-9-11-complotflodders/  en daar kunt u het gesprek ook terugzien. 

 

Ook over mijn reactie die ik u stuurde nav het toesturen van uw boek Mythes, bent u mijns inziens niet eerlijk. Vanaf 36:55 stelt u dat u het boek heeft opgestuurd naar ruim 60 mensen die in het boek genoemd worden voor 'wederhoor'.  Vervolgens dat alleen Skepsis heeft gereageerd.
Uit uw schrijven dat bij het boek zat blijkt echter op geen enkele wijze dat het om een verzoek om wederhoor ging, noch dat ik of Skepsis erin genoemd worden. Als u daadwerkelijk een reactie gehad zou willen hebben op fragmenten waarin ik of Skepsis genoemd worden, had u dat natuurlijk gewoon kunnen vermelden (met paginanummers), of nog beter, die fragmenten per mail kunnen sturen voordat u het boek had laten drukken. Zeker na mijn reactie waaruit duidelijk blijkt dat ik niet kon weten dat ik of Skepsis in het boek genoemd werden.

 

Wat u vertelt over mijn reactie - dat ik geschreven zou hebben dat ik niet wist of ik wel gereageerd zou hebben als het boek wel was aangekomen -  is ook geen correcte weergave van wat ik schreef, nl.: "Hoewel ik persoonlijk enigszins nieuwsgierig ben naar het boek, zie ik het niet tot onze taak behoren om vóór publicatie een uitgebreide reactie te geven." 

 

Graag een reactie!

 

Met vriendelijke groet,

 

Pepijn van Erp

 

 

Mijn reactie 08 Oktober 2021:

 

Beste heer Pepijn van Erp,

 

Dank voor uw email. Natuurlijk reageer ik hierop, dat is geen probleem. Als eerste wil ik graag benadrukken dat ik mij niet op de sociale media zoals Twitter, Facebook, etc. begeef. De reden hiervoor is de vaak ongenuanceerde wijze waarop in korte zinsdelen wordt gecommuniceerd en dat naar mijn mening op deze wijze ieder serieus debat in principe onmogelijk is.

 

Wel heb ik besloten deze reactie als kopie ook naar Coen Vermeeren te sturen. Ik zal zowel uw mail als deze reactie op mijn website: www.911deanderewaarheid.nl plaatsen. Mocht u delen uit deze mail in uw Twitter-communicatie gebruiken, dan laat ik u vrij. Coen Vermeeren, die ik nog steeds beschouw als een zeer deskundig luchtvaartingenieur en 9/11-onderzoeker, kan daar dan op de sociale media een eventuele nuance of aanvulling bij plaatsen of aangeven dat iedereen voor de juiste en complete informatie naar mijn website moet gaan. Ook hem laat ik daarin volledig vrij.

 

Ik reageer even in omgekeerde volgorde op de onderwerpen die in uw mail staan.

 

U schrijft: “Wat u vertelt over mijn reactie - dat ik geschreven zou hebben dat ik niet wist of ik wel gereageerd zou hebben als het boek wel was aangekomen -  is ook geen correcte weergave van wat ik schreef, nl.: "Hoewel ik persoonlijk enigszins nieuwsgierig ben naar het boek, zie ik het niet tot onze taak behoren om vóór publicatie een uitgebreide reactie te geven." “

 

Wel nu, als u ‘op de letter’ de inhoud van mijn reacties gaat beoordelen, zal ik daar voortaan rekening mee moeten houden. Ik weet niet of mij dat lukt. Mijn reacties zijn namelijk normaliter nooit 100% ‘op de letter’ maar richten zich meer rondom de kern waar het over gaat alsmede op de algemene inhoud. U schrijft namelijk ook: “Concrete vragen over een van de onderwerpen kunt u altijd stellen, hoewel ik niet kan garanderen dat ik op alles zal antwoorden. Zeker met 9/11 is het in mijn ervaring meestal weinig nieuws, maar kan het soms nog best veel tijd kosten om terug te vinden hoe een complotflodder die zeg in 2006 nog wat stof deed opdwarrelen indertijd debunked werd aangezien websites uit die tijd nogal eens niet meer blijken te bestaan en/of slecht gearchiveerd zijn.”

 

Bij deze zin viel het mij op dat u niet weet of u op vragen een antwoord zal geven (het vragen om een reactie op het boek is ook een vraag!). Daarmee beschouw ik mijn reactie als correct. U schrijft dat het veel tijd kost om informatie terug te vinden omdat deze mogelijk slecht gearchiveerd zijn. Ik beschouw uw website als keurig gearchiveerd en beschouw deze zelfs als zodanig opgezet, dat ik daar nog wat van kan leren. Maar goed, laten we niet gaan muggenziften. Ik ga ook niet reageren op de veelvuldig door u gebruikte term “complotflodder” die overigens veel zegt over uw weinige respect tegenover 9/11-onderzoekers die serieus onderzoek doen. Nog steeds nodig ik u, net als ieder ander, uit om te reageren op de proefdruk van mijn boek ‘MYTHES’, zodat ik deze reactie mee kan nemen in een volgende druk. Ik ga alleen niet voor een tweede maal het boek gratis aan Stichting Skepsis verstrekken, dat zult u begrijpen.

 

U schrijft: “Ook over mijn reactie die ik u stuurde nav het toesturen van uw boek Mythes, bent u mijns inziens niet eerlijk. Vanaf 36:55 stelt u dat u het boek heeft opgestuurd naar ruim 60 mensen die in het boek genoemd worden voor 'wederhoor'.  Vervolgens dat alleen Skepsis heeft gereageerd.

Uit uw schrijven dat bij het boek zat blijkt echter op geen enkele wijze dat het om een verzoek om wederhoor ging, noch dat ik of Skepsis erin genoemd worden. Als u daadwerkelijk een reactie gehad zou willen hebben op fragmenten waarin ik of Skepsis genoemd worden, had u dat natuurlijk gewoon kunnen vermelden (met paginanummers), of nog beter, die fragmenten per mail kunnen sturen voordat u het boek had laten drukken. Zeker na mijn reactie waaruit duidelijk blijkt dat ik niet kon weten dat ik of Skepsis in het boek genoemd werden.”

 

U maakt het uzelf wel heel erg ingewikkeld als u niet wilt inzien of begrijpt dat een verzoek om een reactie ook daadwerkelijk een verzoek om een reactie is: “Als u daadwerkelijk een reactie gehad zou willen hebben, had u dat natuurlijk gewoon kunnen vermelden.” Ik laat hierbij ‘op de letter’ de niet bepalende zinsdelen even weg.

 

Het woord wederhoor betekent: 1) Het horen van de tegenpartij 2) Het luisteren naar de tegenpartij. Met het vragen om een reactie aan de 60 verschillende mensen en organisaties, geef ik aan dat ik graag luister naar argumenten en/of tegenargumenten. Ik heb niet gevraagd om wederhoor, ik heb u gevraagd om een reactie, zodat ik daarmee aan een vorm van wederhoor kan voldoen en daarmee naar mijn mening handel zoals iedere journalist en schrijver zou horen te handelen. Inmiddels heb ik meerdere reacties van mensen aan wie ik het boek gratis had opgestuurd ontvangen. Al deze reacties staan op mijn website. Ik heb een deel van uw reactie op mijn site geplaatst, maar zal deze vervangen door uw volledige reactie. Dan is dat weer ‘op de letter’. Natuurlijk zal ik op sommige reacties reageren, zoals ik dat ook op de reactie van de SP heb gedaan. Deze plaats ik ook op mijn website.

 

U schrijft: “Op 7:45 vertelt u dat tijdens het gesprek dat George van Houts had in de talkshow Pauw, Jeroen Pauw naar mij verwees, en dat hij zou hebben gezegd dat ik de foto (van een neergestort Rusissche toestel dat even eerder op de achtergrond zichtbaar was) zou hebben aangeleverd. Hoe komt u hierbij? Ten eerste is het gewoon onzin, ik heb geen enkel contact gehad met de redactie van Pauw. Ten tweede zegt Jeroen Pauw zoiets ook helemaal niet tijdens het gesprek.

U kunt mijn gespreksverslag teruglezen op https://kloptdatwel.nl/2018/04/05/george-van-houts-bij-pauw-met-zijn-9-11-complotflodders/  en daar kunt u het gesprek ook terugzien.”

 

Als we het ‘op de letter’ beschouwen, dan verloopt het gesprek tussen Jeroen Pauw en George van Houts vanaf 12:05 waarbij Jeroen Pauw naar u verwijst als volgt:

 

JP:          “Uhm, Ie..Iets.. ken je Pepijn van Erp.”

GH:        “Jazeker.

JP:          “Ik heb Pepijn van Erp, iemand die uh en die uh.”

GH:        ”Stichting Skepsis.”  

JP:          “Nou ja, en uh dat heb je zeker nodig als het over dit soort kwesties gaat lijkt mij.”

GH:        “Ja.”

JP:          “Zeker.”

GH:        “Ja, ik heb hem in de zaal gehad.”

JP:          “Ja. Ja. Hij heeft eigenlijk niet veel overgehouden van jouw vragen vond ik eerlijk gezegd toen ik het las.”

GH:        “Nee, uh maar hij, dat is mijn tegenstander en hij debunked alles, maar dat doet hij met heel oud materiaal van voor 2006. En ondertussen zijn we in 2018 en uh is er uh uh zijn er inmiddels veel meer raadsels naar boven gekomen.”

JP:          “Ja. Maar jij bent ervan overtuigt dat dat de vragen die jij opwerpt, dat dat,. Het is niet zo dat jij op een gegeven moment tegen ons gaat zeggen, jongens, ik heb meegedaan aan een spel ik wilde eens kijken of ik jullie kon manipuleren.”

GH:        “Nee, nee,”

JP:          “Jij bent bij kennis.”

GH:        “Ik ben bij kennis. ………….”

 

Laten we eerst vaststellen dat Jeroen Pauw overduidelijk naar u verwijst. Laten we ook vaststellen dat in dit deel van het gesprek veel wordt gestotterd en naar woorden wordt gezocht. Zinnen worden niet afgemaakt etc. Laten we ook vaststellen dat Jeroen Pauw u hier als ‘bron’ voor een tegengeluid gebruikt voor de vragen die George van Houts stelt. Hij spreekt over: “Ik heb Pepijn van Erp, …” en “toen ik het las”, waarmee hij overduidelijk verwijst naar documenten die van u afkomstig zijn, hoewel het niet duidelijk wordt wat “het” is. Hij geeft niet aan dat “het” door u aan hem zijn verstrekt, dat klopt. Jeroen Pauw verwijst echter gedurende het gesprek niet naar andere bronnen.

 

U verwijst ook naar het gespreksverslag op uw site. Op uw site doet u naar mijn mening geen verslag, maar geeft u, zoals u zelf zegt, “nog wat commentaar”. Hoewel het meeste “commentaar” naar George van Houts gaat, waarbij ik ‘de taal’ die door u wordt gebruikt (het weinige respect zoals ik eerder al aan heb gegeven) voor uw rekening laat, lees ik toch een aantal opvallende zaken.

 

12:05 Hier doet Jeroen Pauw natuurlijk op schandalige wijze aan name-dropping …

 

Volgens wikipedia is ‘name-dropping’ het noemen van namen van bekende of bekend geachte personen in een gesprek of geschreven tekst om de belangrijkheid van de spreker of schrijver zelf aan te tonen. Dit betekent dat vanuit uw visie Jeroen Pauw uw naam zou hebben gebruikt om daarmee zijn eigen belangrijkheid aan te tonen. Het is goed om van u zelf te horen op welk ‘niveau’ u zichzelf in relatie tot Jeroen Pauw ziet. Het toont een deel van uw persoonlijkheidskenmerken dat u zo over uzelf schrijft. Hoewel ik geen opleiding in de psychiatrie heb genoten acht ik het mogelijk dat deze persoonlijkheidskenmerken ook leiden tot uw taalgebruik waarin het gebrek aan respect voor andere 9/11-onderzoekers is terug te vinden. Zelf dacht ik eerst dat u met dit commentaar, waarbij u het woord “schandalig” gebruikt, bedoelde dat hij uw naam als ‘bron’ ongewenst had laten vallen. Maar nee, u vindt het schandalig dat hij uw naam gebruikt om er zelf belangrijker door gevonden te worden dan hij volgens u is.

 

12:20 De debunker in kwestie zou volgens Van Houts alleen maar heel oud materiaal gebruiken, van voor 2006 en nu zijn wel al in 2018. Dat is wel een heel rare opmerking. De oudste complotflodders zijn inderdaad wel afdoende ge-debunked voor 2006, die argumentatie staat volgens mij meestal nog steeds overeind. Maar allerlei onderwerpen die hier ook op Kloptdatwel besproken zijn, zoals het rapport over WTC7 en het nano-thermiet, stammen van ná 2006 en hoe kunnen de debunks daarvan dan van daarvoor zijn? We zullen het maar op een verspreking houden, die komen wel vaker voor bij in het publiek sprekende heren.

 

U heeft gelijk, na 2006 zijn door Stichting Skepsis meerdere onderzoeksverslagen geplaatst. Sportief dat u de opmerking van George van Houts als een verspreking accepteert. Die komen in interviews of zoals u zegt “bij in het publiek sprekende heren” wel vaker voor.

 

Het is juist dat ik in het interview met Peter Toonen zeg dat Jeroen Pauw heeft gezegd dat u de foto van het neergestorte Russische verkeersvliegtuig heeft aangeleverd. Ik heb het teruggeluisterd. Dat is niet correct. Ik heb hier bedoeld dat hij heeft gesuggereerd dat u de foto van het neergestorte Russische verkeersvliegtuig heeft aangeleverd. Een verspreking van mijn kant.

 

Dat ik heb ervaren dat Jeroen Pauw dit daadwerkelijk suggereert heeft meerdere redenen:

 

Ten eerste bent u de enige genoemde ‘bron’ waar Jeroen Pauw naar verwijst. Dat u ontkent dat Jeroen Pauw naar u verwijst beschouw ik maar even als een verspreking van uw zijde.

 

In uw “commentaar” over de foto van het neergestorte Russische verkeersvliegtuig (9:05) heeft u het over “wat gedoe over een filmpje”. Het tekent uw kennisniveau en/of uw geheugenverlies over de inslag in Shanksville. Het tonen van deze foto is een schandalige misleiding geweest van alle kijkers door de redactie van Pauw. Daar spreek ik u voor alle duidelijkheid niet op aan, echter iedere 9/11-onderzoeker zou direct hebben gezien dat het misleiding was. Los van uw “commentaar” heeft u alleen de volgende update geplaatst:

 

Pauw heeft een rectificatie geplaatst, of meer een opheldering. De commotie over een verkeerde  fragment dat getoond werd, blijkt slechts te gaan om een verkeerde foto. In plaats van een foto van de rampplek bij Shanksville was er – alleen op de achtergrond – een foto van een andere vliegramp te zien. Als Van Houts nou meteen had gezegd, dat die foto duidelijk niet van Shanksville was, was de fout snel opgelost. Maar hij zegt ‘ik hoop dat je het echte gat laat zien’, waarbij hij dus al snel de suggestie wekt bij de kijker dat er bij Shanksville sprake is van een echt en een niet echt gat. Lekker onhandig allemaal.

 

Als ik u was zou ik het interview ook nogmaals terugkijken.

 

Dat de redactie van Jeroen Pauw excuses heeft gemaakt aan George van Houts en heeft aangegeven dat zij hun ‘bron’ onvoldoende hadden gecontroleerd verzwijgt u. Misschien wist u dit niet, maar dit is samen met de eerder genoemde eerste reden de aanvullende reden die heeft geleid tot mijn conclusie dat Jeroen Pauw hiermee suggereert dat u de ‘bron’ bent geweest die de bewuste foto heeft aangeleverd.

 

Ik ben blij dat u nu, in 2021, aangeeft dat dit niet zo is. Ik ben ook blij dat u nu aangeeft dat u geen enkel contact heeft gehad met de redactie van Jeroen Pauw. Ik zal dit in de volgende uitgave van mijn boek opnemen. Daarmee heeft Jeroen Pauw en/of zijn redactie geen excuus meer dat de ‘foute’ informatie hem door u is aangedragen. Het is jammer dat u dit in uw “commentaar” niet noemt. Het is voor mij echter een vreemd gegeven dat Jeroen Pauw uw naam zou hebben gebruikt om daarmee zijn eigen belangrijkheid aan te tonen, zonder dat hij of zijn redactie kennis heeft vergaard over de statuur die u zichzelf aanmeet en zonder met u in gesprek te gaan om uw statuur ook daadwerkelijk te toetsten en te beoordelen of deze zijn belangrijkheid zou opwaarderen. Maar goed, daarover ga ik niet.

 

Tot slot wil ik u mededelen dat ik hoop dat deze kwestie hiermee is opgelost. Het is niet mijn intentie om een discussie aan te gaan over uw geloofswaarheden, waarmee ik wil aangeven dat ik niet weet of ik op een eventuele reactie van u op mijn mail zal reageren. Ik laat u graag in uw geloofswaarheden geloven. Een discussie daarover zou mij doen denken aan het interview dat ik ooit heb gezien van Godfried Bomans met zijn broer, die zijn bestaansrecht ontleende aan het onvoorwaardelijke geloof in de geloofswaarheden van het bestaan van een hogere macht. De vrijheid om te geloven is een recht, net als de vrijheid om niet te geloven. Het is echter wel zo dat er een groot verschil zit in het onvoorwaardelijke geloof in het bestaan van een hogere macht en het onvoorwaardelijke geloof dat een overheid nooit een misdaad op zijn/haar geweten zou kunnen hebben om daarmee iedereen die de overheid daarop controleert, zoals ik het beschouw, tot op de grond toe publiekelijk persoonlijk af te branden. De geschiedenis heeft bewezen dat er door veel overheden misdaden zijn en/of worden gepleegd die ontkent worden door het verspreiden van ‘MYTHES’, verzonnen verhalen met een politieke doelstelling. Daarom vind ik het belangrijk dat ‘bijzondere verhalen’ van overheden serieus worden onderzocht.

 

Met vriendelijke groet,

 

Frank Smits